Geen vuurwerk vanwege corona. Allen het geknal van de melkbussen met carbid mag nog in sommige gemeenten. Is het voorbode van een permanent verbod? Al enkele jaren is er een groeiende roep om het zelf afsteken van vuurwerk voor eens en voor uit te bannen. Maakt de vuurwerktraditie plaats voor stilte?
Vuurwerk onder vuur
Sommige lange tradities liggen onder vuur. Zwarte Piet heeft het zwaar te verduren. Ook vuurwerk ontkomt niet aan forse discussies. Het geknal en geknetter staat, net als carbidschieten, op de Nederlandse erfgoedlijst, maar dat is geen garantie voor behoud.
Vorig jaar ging met oud en nieuw nog voor 69 miljoen euro de lucht in. Deze keer blijft het door corona zo goed als stil door een totaalverbod. Het oostelijke platteland kent nog wel geknal, want carbidschieten mag waarschijnlijk nog in meerdere gemeenten. Daarnaast zijn er altijd liefhebbers die illegaal vuurwerk afsteken: vorig jaar een op de vijf. Ze riskeren wel een boete van 100 euro en – nog veel erger – een strafblad. O ja, kindervuurwerk als sterretjes en knalerwten mogen nog wel.
Het kabinet vindt dat de ziekenhuizen die door covid-19 geweldig onder druk staan, moeten worden ontzien. Ze kunnen er niet ook nog eens vuurwerkslachtoffers bij hebben. Vorig jaar kregen huisartsenposten te maken met 900 letselgevallen. Daarnaast moesten 385 gewonden naar de spoed
eisende hulp van het ziekenhuis: 30 procent met oogletsel en 31 procent met brandwonden.
De vuurwerkbranche heeft een punt als ze roept dat er deze jaarwisseling veel minder letsel te verwachten is. Voor het eerst waren dit jaar rotjes, kanonslagen, Chinese matten, vuurpijlen en single shots verboden. Die veroorzaken veruit de meeste vuurwerkongevallen en leiden tot overlast. Met sierwerk is dat veel minder het geval.
Het gedeeltelijke verbod was een eerste succes voor groeperingen en politici die een eind willen maken aan de traditie. Een Vuurwerkmanifest voor een totaalverbod is al meer dan 650.000 keer ondertekend. Oogartsen en KNO-artsen zitten achter dit initiatief. Onverwacht komt er dit jaar het totaalverbod overheen. De manifestonderte kenaars hopen dat de stilte zo goed bevalt dat het totaalverbod blijft. Ze kunnen op flinke tegenstand rekenen van liefhebbers van het geknal en geschiet, die de traditie beslist niet willen loslaten. Zeker op het platteland hechten velen aan dit eeuwenoude, feestelijke gebruik.
Leo Groeneveld, vuurwerkdirecteur: “Na een rotjaar was Nederland toe aan iets feestelijks”.
“Onbegrijpelijk! Het is buitengewoon jammer dat Nederland met Oud en Nieuw geen vuurwerk mag afsteken. Mensen zijn in dit rotjaar toe aan iets feestelijks. De ellende even van je afzetten. Wat is er dan mooier dan het jaar afsluiten met vuurwerk?”, stelt Leo Groeneveld uit Lichtenvoorde, tot voor kort voorzitter van de overkoepeling van de vuurwerkbranche. Hij is directeur van Lesli Fire works, een bedrijf dat ongeveer 40 procent van de vuurwerkverkoop in Nederland in handen heeft.
Het besluit is volgens hem aangezwengeld door ‘fanatieke tegenstanders van vuurwerk en gebaseerd op onjuiste aannames en misbruik van cijfers. Er lag al een verbod op knalvuurwerk en pijlen. Ziekenopnames zijn dan niet te verwachten, hoogstens een paar keer eerste hulp en mogelijk een enkele opname in een oog- of brandwondenziekenhuis,
maar daar liggen geen corona-patiënten.’ Hij wil ook een misverstand uit de wereld helpen. Het verbod op knalvuurwerk en pijlen is gebeurd op aandrang van de vuurwerkbranche. “Jarenlang hebben we dat tevergeefs bij de overheid bepleit, want het is onveilig en een bedreiging voor het overige vuurwerk. Siervuurwerk is veilig. Het staat heel stabiel, je kunt er niet mee gooien en je steekt het maar één keer aan in plaats van twintig rotjes. De situatie verbetert echt. Hadden ze nou eerst het effect van het verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen afgewacht. Met een totaalverbod onthoud je de mensen een traditie die bijdraagt aan de sfeer van Oud en Nieuw. Hier in het oosten hoort carbidschieten er ook bij. Op het ministerie kreeg ik vaak te horen: wat is dat voor gekkigheid in het oosten? Het gebeurt veilig. Het is een mooie traditie, een houvast. Pak dat de mensen niet af.”
Oogarts Jan Keunen, Vuurwerkmanifest: “Binnen tien jaar afgeschaft”
“Als we tien jaar verder zijn, is het vuurwerk afsteken zoals we dat nu kennen afgeschaft,” schat oogarts Jan Keunen in. Hij is verbonden aan het Radboudumc- ziekenhuis in Nijmegen en een van de animators van het Landelijk Vuurwerkmanifest dat bij de politiek aandringt op stoppen met vuurwerk afsteken door Jan en alleman. “Met die traditie moeten we een andere weg in slaan. Er zijn andere goede oplossingen. Zoals in Australië bijvoorbeeld. Met professionele vuurwerkshows of een show met drones en laserstralen.”
In zijn eigen praktijk heeft hij drama’s gezien door oogletsel. “Vergeet niet dat de helft van de slachtoffers bestaat uit omstanders die argeloos aan de vuurwerkafstekers voorbij gaan en dat moeten bekopen met letsel. Het gaat ook om kinderen die niet beseffen hoe gevaarlijk het is. Pas als je 20 tot 25 jaar oud bent is
je brein in staat om gevaar goed in te schatten. Twee Nieuwjaarsnachten leveren meer oogletsel op dan bij vijf jaar oorlogsvoering door het Amerikaanse leger in Irak en Afghanistan”, zo zet hij zijn woorden kracht bij.
Het gaat niet alleen om letsel bij mensen, maar ook om dieren en het milieu (rook, resten en plastic, red.), betoogt Keunen. “Plattelandbewoners houden vaak veel dieren. Honden en katten horen drie tot vier keer zo sterk als mensen. Besef wat zo’n knal doet. We zijn er niet op uit om mensen bij de jaarwisseling het plezier te bederven en we weten dat vuurwerk een traditie is, maar als je ziet welke schade het aanricht, dan is dat op de huidige wijze niet te handhaven. Als iemand een andere oplossing dan verbieden heeft, graag, maar die oplossing heb ik nog niet gehoord.”
Jet Bakels, Kenniscentrum Erfgoed: “Bron van vreugde en saamhorigheid”
“Mensen vinden levend erfgoed, zoals vuurwerk en carbidschieten, heel belangrijk. Ze geven een gevoel van identiteit, saamhorigheid en verbondenheid. Het is een passie”, merkt Jet Bakels van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland op. Vuurwerk en carbid staan beide op de officiële lijst van immaterieel erfgoed, maar dat wil niet zeggen dat er niet aan getornd mag worden, is haar stelling. “Niets is minder waar. Erfgoed moet meebewegen met de tijd, omdat de samenleving altijd in verandering is. Er ontstaan nieuwe inzichten. Vanwege ongelukken en gebruik van illegaal vuurwerk wordt scherper en kritischer gekeken naar wat acceptabel is.” Daarbij benadrukt zij de rol van de overheid. “Gemeenten moeten erfgoed serieus nemen. Het is meer dan een avondje knallen. Het is een bron van vreugde en saamhorigheid.”
“Erfgoed hoeft niet te verdwijnen, maar kan zich ook aanpassen”, betoogt zij. “Dat gaat
bij het een gemakkelijker dan bij het andere en het kan ook veel emoties los maken. Belangrijk is om goed na te denken over de kernwaarde van het erfgoed en hoe dat in de huidige tijd bewaard kan blijven,” geeft Jet Bakels aan. Over deze aspecten heeft het Kenniscentrum in november een brochure uitgebracht, waarin vuurwerk, maar ook paasvuren, aan bod komen. Die brochure is te downloaden.
Als voorbeeld noemt zij het carbidschieten in Drenthe, waar de ludieke campagne ‘Wie is de BOCK?’ is ontstaan: de Bewust Oplettende Carbid Knaller. De carbidschieters hebben die samen met lokale overheden en medische hulpdiensten ontwikkeld. Veiligheid is het uitgangspunt. “Door bijvoorbeeld met plastic ballen te werken en niet met melkbusdeksels. En door het uitdelen van oordoppen als ‘oor behoedsmiddelen’ Een mooi voorbeeld voor andere regio’s.”
Datum: 3 december
Bron: Naober