Skip to main content

Auteur: Editor

UT-RAPPORT ‘LESSEN VAN TWEE VUURWERKRAMPEN’ GEPRESENTEERD

Licht geclassificeerd vuurwerk, bestemd voor consumenten, is bij brand in een opslagplaats veel gevaarlijker dan gedacht. Ook bij dit ‘licht’ geclassificeerde vuurwerk bestaat het gevaar van massa-explosie, en dat heeft implicaties voor de blusinstructies. Dat is één van de belangrijkste conclusies van het onderzoeksteam van vakgroep Bestuurskunde van de Universiteit Twente, dat in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek deed naar hoe de overheid beter lessen kan trekken uit rampen zoals de vuurwerkrampen in Enschede en Culemborg. Tevens constateerden de onderzoekers dat er bij de Rijksoverheid veel meer speelde in de aanloop naar de vuurwerkramp van Enschede dan eerder naar voren is gekomen.

GEGRONDE ZORGEN

“Ons onderzoek laat zien dat de zorgen van de Tweede Kamer gegrond zijn geweest”, stelt René Torenvlied, hoogleraar bestuurskunde en projectleider van het onderzoek. “Onderzoek van de afgelopen 35 jaar naar vuurwerk laat zien dat vuurwerkproducten niet erg betrouwbaar zijn, waardoor de gevarenclassificatie vaak niet juist blijkt. Bovendien blijken de effecten van een brand in een vuurwerkopslag onvoorspelbaar, tot massa-explosie aan toe. Die massa-explosies treden zelfs op in gaasverpakkingen die juist bedoeld zijn om het vuurwerk veilig te verpakken.”

De onderzoekers adviseren de Tweede Kamer daarom erop aan te dringen dat de bestaande veiligheidsafstanden in wet- en regelgeving worden herzien, juist ook bij kleinere opslagplaatsen van consumentenvuurwerk.

Maar ook de huidige blusinstructies voor de brandweer blijken ontoereikend voor het veilig blussen van vuurwerkbranden, gegeven het gevaar van massa-explosie. De onderzoekers adviseren de Tweede Kamer erop aan te dringen dat de instructies voor vuurwerkbrandbestrijding worden herzien. Zij adviseren voor alle gevarensubklassen van vuurwerk dezelfde instructies te hanteren.

VERGUNNINGVERLENING

Het onderzoek geeft ook nieuwe inzichten in de rol van de Rijksoverheid in de periode tussen de vuurwerkrampen van Culemborg en Enschede. Het blijkt dat er sprake was van een parallelle en verkokerde vergunningverlening door de Rijksoverheid en gemeenten. De Rijksoverheid gaf vuurwerkbedrijven een vergunning voor het ‘bezigen’ van professioneel vuurwerk, waaronder de zwaarste categorieën, op evenementen, terwijl de gemeentelijke milieuvergunning het deze bedrijven niet toestond om dat vuurwerk op te slaan.

Torenvlied, geeft aan dat hierdoor ruimte ontstond die vuurwerkbedrijven gebruikten om ‘te zwaar’ vuurwerk op te slaan in strijd met de milieuvergunning: “Omdat de rijksoverheid en de gemeenten los van elkaar toezicht hielden, heeft de Rijksoverheid destijds een belangrijke kans gemist om overtredingen bij de opslag van professioneel vuurwerk op te sporen. Er is in Nederland een groot veiligheidsprobleem ontstaan waarvan men zich pas na de vuurwerkramp van Enschede bewust werd. Over de ernst van het probleem werd de Tweede Kamer destijds onvolledig geïnformeerd.”

Uiteindelijk werd het probleem van parallelle vergunningverlening na de vuurwerkramp van Enschede gerepareerd, maar pas nadat de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM een decennialang, hoogoplopend conflict hadden bijgelegd. Door dit conflict waren aanbevelingen na de vuurwerkramp van Culemborg niet opgevolgd in een vuurwerkbesluit of richtlijnen.

VIJFTIEN HANDVATTEN

Het onderzoek geeft vijftien handvatten voor de Tweede Kamer om het leervermogen van de rijksoverheid na fysieke rampen te versterken. Deze handvatten gaan in op het versterken van het veiligheidsbeleid ten aanzien van vuurwerk, macht en tegenmacht, onafhankelijk toezicht en onafhankelijk onderzoek, en bestuurscultuur. In hoofdstuk 10 van het rapport worden de conclusies en handvatten nader toegelicht. Het rapport is te downloaden via de link onderaan dit bericht.

KAMERMOTIE

Ten grondslag aan de opdracht van de Tweede Kamer aan de onderzoekers van de Universiteit Twente ligt de in 2021 aangenomen motie van Kamerlid Leijten (SP), waarin wordt opgeroepen om de “bevindingen van onderzoeker Van Buitenen te betrekken in een onafhankelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede en de afhandeling daarvan.” Oud-Europarlementariër en klokkenluider Paul van Buitenen schreef een zeer omvangrijk rapport over de vuurwerkramp.

Bron: UT Twente

Datum: 5 december 2023

IK KAN PAS MET PENSIOEN ALS ER EEN VUURWERKVERBOD KOMT 

De decembermaand komt eraan en dat betekent ook weer dat de discussie rond consumentenvuurwerk oplaait. Een onderwerp waar Tjeerd de Faber heel duidelijk over is: géén vuurwerk, want hij ziet ieder jaar teveel oogletsel. Reden voor Eyeline redacteur Riens Gort om Tjeerd in het Oogziekenhuis Rotterdam te spreken over vuurwerk én hem een aantal stellingen voor te leggen. 

Lees hier het hele artikel.

Bron: EYELINE

Datum: 28 november 2023

14 blinde ogen – 6 verwijderd: terug bij af

Opheffen nationaal vuurwerkverbod zorgt voor veel oogletsel

Utrecht, 21 juni 2023 – Ondanks een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen en regionale verboden op het afsteken van consumentenvuurwerk, hebben tijdens de afgelopen jaarwisseling weer heel veel mensen oogletsel door vuurwerk opgelopen. 133 patiënten, 14 blinde ogen, 6 verwijderd, afgelopen Oud en Nieuw is er weer heel veel oogletsel door verschillende soorten vuurwerk – zowel legaal siervuurwerk als illegaal vuurwerk – veroorzaakt. Onnodig letsel dat voorkomen kan worden. Hiermee kan geconcludeerd worden dat het landelijk verbod op consumentenvuurwerk van de voorgaande twee jaarwisselingen werkt en opnieuw ingesteld dient te worden. De beroepsvereniging van oogartsen blijft dan ook achter haar standpunt staan dat consumentenvuurwerk gevaarlijk is en definitief verboden dient te worden. Afgelopen jaarwisseling registreerden de oogartsen – namens het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), de beroepsvereniging van de Nederlandse oogartsen – voor de vijftiende keer het totale aantal door vuurwerk veroorzaakte oogletsels. De definitieve cijfers worden vandaag tijdens het jaarlijkse congres van het NOG gepresenteerd.  

Overzicht oogletsels door vuurwerk*

Oogletsels2008/
2009
2009/
2010
2010/
2011
2011/
2012 
2012/
2013
2013/
2014
2014/
2015
2015/
2016
2016/
2017
2017/20182018/ 20192019 / 2020 2020 / 20212021 /20222022/2023
                
Patiënten2593082512172712452101601761201321824770133
Zelfafstekers1091481261081581479895957276102313383
Omstanders150 (58%)160 (52%)125 (50%)109 (50%)113 (42%)98 (40%)112 (53%)65 (41%)81 (46%)48 (40%)56 (42%)80 (44%)16 (34%)37 (53%)5038% 
Aantal ogen3093583072563313112682002241571762447799181
Niet blijvend letsel203242190151227213171127144981111705583116
Blijvend letsel106 (34%)116 (32%)117 (38%)105 (41%)104 (31%)98 (32%)97 (36%)73 (37%)80 (36%)59 (38%)65 (37%)74 (30%)22 (32%)16 (16%)6536%
Visusverlies44513659575531293723112812430
Blinde ogen2022162125201015191110134114
Verwijderd14979810615525206

“In vergelijking met de voorgaande twee jaarwisselingen zijn we nu weer terug bij af. 14 mensen die aan één of zelfs twee ogen blind zijn geworden. Een dode. Dit kan toch niet langer zo doorgaan? Oud en Nieuw vieren moet voor iedereen leuk blijven en niet de rest van je leven tekenen. De mensen die blijvend letsel op hebben gelopen, komen nog voor vele afspraken en operaties weer terug in ziekenhuizen door heel Nederland. Soms levenslang. Samen met mijn collega-oogartsen heb ik de afgelopen jaren honderden mensen behandeld die blijvend slechtziend danwel blind zijn geworden door vuurwerk. In de afgelopen 15 jaar zijn ruim 200 ogen blind geworden waarvan zelfs 89 ogen volledig verwijderd moesten worden. Ook van mensen die alleen maar kijken naar vuurwerk en het niet eens zelf afsteken. Dit is levenslang letsel dat we kunnen voorkomen. Vuurwerk in handen van de consument is onveilig en wij blijven dan ook strijden voor een verbod op consumentenvuurwerk”, aldus Tjeerd de Faber, oogarts en vuurwerkwoordvoerder van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. 

Legaal vuurwerk te onveilig om afgestoken te worden door de burger

In 2009 hebben de Nederlandse oogartsen de motie aangenomen dat zij het afsteken van vuurwerk door consumenten te risicovol en onveilig vinden. Als alternatief geven de oogartsen het advies om openbare vuurwerk- of droneshows door de lokale gemeentelijke overheden, dorpsverenigingen en ondernemers te laten organiseren. Gezien het duidelijke effect van de twee tijdelijke verboden op consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisselingen 2020 / 2021 en 2021 / 2022 zijn alle oogartsen in Nederland van mening dat het gedogen van consumentenvuurwerk absoluut niet verantwoord is en dan ook verboden moet worden. 

Vuurwerkmanifest

In 2014 zijn de oogartsen tevens gestart met het vuurwerkmanifest. Inmiddels hebben zich meer dan 750.000 particulieren en organisaties zich zowel bij de online petitie als bij Het Vuurwerkmanifest aangesloten. Het Vuurwerkmanifest kan nog steeds ondertekend worden en blijft online staan tot het consumentenvuurwerkverbod doorgevoerd is: www.vuurwerkmanifest.nl

* Definitieve cijfers 2023. De definitieve cijfers van de 15e landelijke registratie worden tijdens het NOG-congres op 21 juni 2023 bekend gemaakt.

Bron: Het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap

Datum: 22 juni 2023

Vuurwerk afsteken straks net zo idioot als roken in een restaurant

Het aantal slachtoffers door vuurwerk is terug op het niveau van voor de coronapandemie. De discussie over een algeheel vuurwerkverbod laait weer op. Laten we hierbij leren van de aanpak van het rookverbod, schrijft journalist Diederik de Groot.

‘Het is niet te handhaven.’ Dat is het meest gehoorde argument van Kamerleden om hun stellingname tegen een vuurwerkverbod te verdedigen. Het is niet alleen een drogreden van de bovenste plank, maar geeft ook blijk van grote wantrouwen jegens de samenleving. […]

Bron: het Financieele Dagblad

Datum: 7 januari 2022

Aantal vuurwerkslachtoffers terug op niveau pre-corona

Ondanks vuurwerkverbod in 12 gemeenten en verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen

Uit onderzoek van VeiligheidNL i.s.m. de NVSHA, InEen en NVT blijkt dat het aantal vuurwerkslachtoffers vrijwel gelijk is gebleven ten opzichte van de laatste jaarwisseling toen er geen beperkende maatregelen waren getroffen (2019-2020). In totaal waren er dit jaar 1.253 vuurwerkslachtoffers. Hiervan zijn er 389 behandeld op de Spoedeisende Hulp (SEH) en 864 op de huisartsenposten (HAP). Er is sprake van een stijging van 62 procent van het aantal slachtoffers ten opzichte van vorig jaar, toen er een landelijk vuurwerkverbod gold vanwege corona (2021-2022).

Wie zijn slachtoffers van vuurwerk?

Voor de jaarwisseling is door het ministerie van I&W en VeiligheidNL extra aandacht gevraagd voor het niet afsteken van vuurwerk door kinderen onder de 12 jaar (‘Kindervuurwerk bestaat niet’). Uit de cijfers van deze jaarwisseling blijkt dat 18 procent van de vuurwerkslachtoffers op de SEH en HAP onder de 12 jaar was. Vorig jaar was dit 26 procent en tijdens jaarwisseling 2019-2020 19 procent. Iets minder dan de helft van de kinderen had het vuurwerk zelf afgestoken. Hele jonge kinderen hebben vaak letsel doordat zij in een onbewaakt ogenblik naar het vuurwerk grijpen dat door ouders wordt vastgehouden.

Naast jonge kinderen zijn vooral jongens van 12 tot en met 15 jaar en mannen van 20 tot en met 29 jaar slachtoffer van vuurwerk. Letsel bij 12 tot en met 15 jarigen werd vooral veroorzaakt door knalvuurwerk en vuurpijlen (38%) en letsels bij 20 tot en met 29 jarigen ontstonden vooral door zwaar illegaal vuurwerk (23%) en legaal consumentenvuurwerk (21%). In totaal is 46 procent als omstander slachtoffer geworden van vuurwerk. Dit aandeel is lager dan tijdens de jaarwisseling 2019-2020 (51%).

Type vuurwerk dat letsel veroorzaakt bij SEH slachtoffers

Het verbod op knalvuurwerk en losse vuurpijlen is al sinds 2020 van kracht, maar het effect hiervan was niet eerder meetbaar wegens het algehele vuurwerkverbod in de afgelopen twee jaar. Uit de cijfers blijkt dat een kleiner deel van de slachtoffers op de SEH-afdeling is behandeld als gevolg van letsel door knalvuurwerk en vuurpijlen (20%) dan de laatste jaarwisseling waarin dit vuurwerk nog was toegestaan (31%). Vergeleken met de jaarwisseling 2019-2020 zien we wel een stijging van het aantal slachtoffers van F1 vuurwerk (7% versus 1%) en zwaar illegaal vuurwerk (24% versus 17%). 22 procent van de ongevallen werd veroorzaakt door F2 vuurwerk (vuurwerk dat alleen tijdens de jaarwisseling afgestoken mag worden).

Oorzaken van ongevallen

Voor het eerst is er gekeken wat de invloed is van alcohol bij vuurwerkslachtoffers. Overmatig alcoholgebruik blijkt bij bijna één op de vijf vuurwerkslachtoffers van 16 jaar of ouder een rol te hebben gespeeld. Verder bleek uit de toedrachtomschrijvingen dat de weersomstandigheden tijdens de jaarwisseling invloed hadden op het ontstaan van letsel. De harde wind zorgde ervoor dat vuurwerk dat werd afgestoken plotseling van richting veranderde en vooral omstanders waren hier de dupe van.

Direct medische kosten en verzuimkosten op de SEH

De meest voorkomende letsels die op de HAP en SEH voorkwamen waren evenals de jaren ervoor brandwonden (42%) en oogletsels (25%). Slechts 9 procent van alle slachtoffers droeg een vuurwerkbril. Ook veroorzaakten vuurwerkongevallen een tiental amputaties, van een of meerdere vingers. Een eerste indicatie van de direct medische kosten en verzuimkosten, die gerelateerd zijn aan de behandeling van vuurwerkslachtoffers die de SEH bezochten deze jaarwisseling, is geschat op 3,9 miljoen euro (tegen 2,6 miljoen euro vorig jaar).

Vuurwerk afsteekverbod effectief?

Twaalf gemeenten besloten dit jaar een algeheel verbod op het afsteken van oudejaarsvuurwerk af te kondigen. Ondanks dit afsteekverbod zien we niet een duidelijk effect. Een lokaal verbod lijkt daarmee niet te leiden tot minder vuurwerkslachtoffers.

Bron: Veiligheid.nl